Ferdinand Erblich
Afkomstig uit Wenen, groeide op temidden van de rijke muziektraditie van deze stad. Hij begon zijn studies als violist aan de Academie voor Muziek bij Josef Sivo. Later besloot hij over te stappen naar de altviool en werd leerling van o.a. Hatto Beyerle, de altist van het Alban Berg Quartet. Ook Peter Schidloff, altviolist van het vermaarde Amadeus Kwartet, was een van zijn belangrijke leermeesters. In 1971 werd Erblich soloaltist bij het Rundfunkorchester München, later bij het Gürzenichorchester Keulen. Hier ontmoette hij “bij toeval” István Párkányi, wat uiteindelijk leidde tot de formatie van het Orlando Kwartet.
Als hoofdvakdocent is hij verbonden aan het Koninklijk Conservatorium Den Haag. Hiernaast is hij veel gevraagd als kamermusicus in diverse ensembles. Ferdinand Erblich bespeelt een altviool van Alessandro D’Espine (Turin 1840)